De kinderen leren informatie verzamelen en schriftelijk en mondeling presenteren.
Spreekbeurten
Alle kinderen weten reeds over welk onderwerp zij hun spreekbeurt willen houden en op welke datum de spreekbeurt plaatsvindt. Op school hebben we een stappenplan doorgenomen: hoe maak je een spreekbeurt? Op de achterkant van dit stappenplan hebben de kinderen een woordweb gemaakt: wat weet ik allemaal al over het onderwerp? Dit stappenplan, inclusief dat spreekbeurtdatum, hebben de kinderen reeds mee naar huis genomen.
Het volledige boekje ’Hoe maak en houd ik een goede spreekbeurt - groep 6, is te vinden op de vakpagina wereldoriëntatie (http://www.sintjanwaarland.nl/pg-26348-7-84757/pagina/vakken_wereldorintatie.html)’.
In groep 6 houden de kinderen hun spreekbeurt alleen. Er wordt één spreekbeurt gehouden en het gebruik van Prezi en Powerpoint is niet verplicht.
Naast deze ’grote’ spreekbeurt houden de kinderen een aantal kleine presentaties. Bijvoorbeeld bij het afsluiten van een thema voor aardrijkskunde en geschiedenis. Op deze manier doen zij veel ervaring op met het presenteren.
Werkstukken
In groep 6 worden er twee werkstukken gemaakt. Het eerste werkstuk gaat over een dier. De onderwerpen zijn reeds gekozen, het werkstukmapje is klaargemaakt voor gebruik. De komende weken besteden we aandacht aan de inhoud: de eerste les zal gaan over het voorblad en de laatste les gaat over het slot. Het schrijven van de hoofdstukken gebeurt deels op school, deels thuis. Over een aantal weken nemen de kinderen hun ’voorlopige’ werkstuk getypt mee naar school zodat we kritisch naar deze voorlopige inhoud en lay-out kunnen kijken. De week (of twee) erna wordt het definitieve werkstuk ingeleverd. Deze data worden ook vermeld op de agenda (http://www.sintjanwaarland.nl/pg-26348-7-82758/pagina/groep_67_-_nieuws_uit_de_groep__agenda.html).
Een werkstukhandleiding en het beoordelingsformulier zitten in het werkstukmapje. Als kinderen thuis gaan werken aan het werkstuk, nemen zij dit mapje mee naar huis. Elke dinsdag moet het op school zijn: dan werken we op school aan het werkstuk.